Helden

Iedereen heeft helden, tenminste, dat hoop ik voor iedereen. Mijn ervaring met mijn helden is, dat ik veel van ze geleerd heb, ook geleerd heb hoe ik het in het leven niet wil doen. Mijn eerste helden kwamen uit televisieprogramma’s toen ik klein was. Met de beperkte keuze van twee zenders, waren dat er niet zo heel veel. Vooral als je nagaat dat er alleen op woensdagmiddag en op zaterdag een beetje kindertelevisie werd uitgezonden. Maar mijn helden zaten op zaterdagavond op een vliegend tapijt en waren op zoek naar Hamelen.

Daarna was één van mijn helden een grote jongen uit de zesde die het hoogst in de enorme bomen durfde te klimmen die achter op het speelveld stonden. Ik werd vervolgens een lokale held, door hetzelfde te doen: ik klom tot boven in de hoogste boom, waar ik een tijdje verbaasd naar het uitzicht heb zitten kijken, dat werkelijk prachtig was. Ik vond er ook meteen niets heldhaftigs meer aan. Het was een stevige boom met solide takken tot bovenin. Je had er zelfs een soort stoeltje in de vorm van een drietal takken die de kruin vormden. Mijn inmiddels voormalige held, de stoere zesdeklasser, lazerde een week later vrij plomp naar beneden toen hij weer in de zelfde boom wilde klimmen. Brak zijn been. En alle kinderen kregen een klimverbod.

Vervolgens kwamen de boeken. Ik vrat de boeken van Thea Beckman, identificeerde me volkomen met Marije uit “Geef me de ruimte”. Leerde en passant veel over historisch Frankrijk. Nog kom ik soms dingen tegen die ik kan herleiden naar die boekenserie. Ik heb Geoffrey Chaucer gelezen omdat hij als personage werd opgevoerd in een van de delen. En daar weer heel veel van opgestoken. Ook las ik de boeken van Jan Terlouw, waardoor deels mijn politiek bewustzijn werd gewekt.

Ik de laatste jaren van de basisschool leerde ik de vrouw kennen die mijn grootste held was en nog steeds is. Ze was een collega van mijn moeder, en ik kwam veel bij haar thuis. Mieke was een bruisende, spannende vrouw. Ze kon op zaterdagmiddag binnen komen rennen, en ons allemaal op sleeptouw nemen naar een theatervoorstelling, Ze bedacht speurtochten door het bos, kookte voor 20 mensen en nodigde ze dan onverwacht uit (terwijl het eten al klaar stond), maakte je soms midden in de nacht wakker om een wandeling te gaan maken over het nabij gelegen kerkhof, om te kijken of er ook dwaallichtjes waren… Kortom: ze doorkruiste het burgerlijke met maffe, idiote plannen. En iedereen werd blij van haar. En soms een beetje moe.

Ik voerde met haar eindeloze gesprekken over eindeloos verschillende onderwerpen. Ze noemde me altijd een oude ziel, iets waar ik wat ongemakkelijk van werd, omdat ik me altijd al anders voelde dan mijn  leeftijdgenoten. Maar ik leerde veel over het maken van keuzes en verantwoordelijkheid nemen voor de dingen die ik deed. Iets wat altijd een rode draad in mijn leven is gebleven. Ik groeide op met Mieke.

Tussen Mieke en mijn moeder was er altijd een soort niet uitgesproken spanning. In een periode dat wij verhuisden, kwam die spanning tot uiting en verbrak mijn moeder het contact. Later heeft ze wel eens gezegd dat ze niet tegen dat intense van Mieke kon. Als ze er was, kon je ook niet om haar heen. Ik kon me daar wel iets bij voorstellen.

Maar ik nam het besluit (als 14-jarige) dat mijn moeder een conflict mocht hebben met Mieke, maar dat ik dat conflict niet had en bleef contact houden. In feite was dit mijn eerste volwassen beslissing. Mieke bleef in mijn leven en we hadden zeer regelmatig diepgaande gesprekken en een intensieve briefwisseling. Toen ik ging studeren, was ze mijn eerste visite in mijn studentenkamertje. De plant die ze meenam was veel te groot, maar ze kon hem niet mee terug nemen omdat ze was komen liften. Haar auto was kapot. Toen ik verhuisde naar mijn volgende kamer, drie weken later, paste de plant prima.

Elk jaar gaf Mieke een enorm feest, op haar verjaardag. Nodigde alle vrienden en familie uit en de buurt was ook welkom. Heerlijke feesten, waar zij het stralend middelpunt was. Ik kwam altijd een dag van tevoren, hielp haar mee met koken en verzorgde op de dag van het feest haar make up. Ze was in het paranormale gedoken intussen en sprak van een stem, haar beschermengel, die haar vertelde wat ze moest doen. Die stem had haar bijvoorbeeld de opdracht gegeven om naar een cursus van Elisabeth Kübler Ross te gaan (een autoriteit op het gebied van stervensbegeleiding, erg fascinerend). Ze had alleen geen geld voor de cursus, maar de stem had gezegd dat ze toch moest gaan en dat het goed zou komen. Dus ze was gegaan. En toen ze er eenmaal was, had ze net als de andere deelnemers haar verhaal moeten vertellen, met de reden van haar komst. Dat deed ze en prompt was er iemand die haar aanbood voor haar te betalen. “Zie je nou dat mijn engel het me goed heeft geadviseerd!” Ik vond die stem eng. Zei op een dag tegen Mieke dat in bepaalde medische kringen zo’n stem gewoon een psychose genoemd werd.

Ik nam een beetje afstand van Mieke, omdat ik in die tijd het erg druk had met mijn eigen leven, studie, vrienden, noem maar op. Bleef elke maand een uitgebreide brief van haar ontvangen waarin ze me vertelde over alle ontwikkelingen bij haar en over de adviezen van haar stem. Toen verdween de stem uit haar verslagen en begonnen de brieven korter te worden. Mieke deed niet meer zo veel. Ze vertelde dat ze overspannen was. Ik ben haar toen op gaan zoeken. Wat ik aantrof was een verdrietig hoopje mens, dat alle glans uit haar ogen verloren was. Ik wilde dat ze naar een dokter ging, maar daar begon ze niet aan. Ze zou binnenkort op vakantie gaan, daar zou ze wel van opknappen. En ze was moe, ik moest maar eens gaan…

Daarna heb ik niets meer van haar gehoord. Ik bleef haar brieven sturen, maar er kwam geen antwoord. Ik had het druk met mijn studie, mijn vrienden, noem maar op. Ik ben niet bij haar langs gegaan. Mijn ouders wel, die hadden ook al weer een tijdje contact met haar. Ze kwamen op een middag onverwacht langs, de deur ging open op een kiertje en als mijn vader zijn voet er niet tussen had gedaan, was de deur meteen weer dicht gegaan. Ze hebben er een kopje koffie gedronken en het gesprek bestond van Miekes kant uit “ja” en “nee” en meer niet. Ze hield de boot duidelijk af.

Op een avond zat ik met een vriendin te eten toen de telefoon ging. Het was mijn moeder. Ze zei me dat ik even moest gaan zitten. En ik wist meteen dat er iets kwam wat ik niet wilde horen. “Mieke is dood. Ze is vanmorgen gevonden, heeft waarschijnlijk een hersenbloeding gehad”. Toen ik de telefoon neerlegde, zei ik tegen die vriendin: “Waar waren we ook al weer gebleven?” omdat ik door wilde gaan op het punt dat ik nog niets wist.

In het uitvaartcentrum heb ik nog een keer haar gezicht opgemaakt. Haar marmeren huid onder de make up-kwasten was koud. Ze was mooi, een glimlach om haar mond. Uiteindelijk bleek het geen hersenbloeding te zijn geweest, maar een overdosis slaapmedicatie. Mieke had er zelf voor gekozen om te gaan. Ik ben nog nooit in mijn leven zo kwaad op iemand geweest terwijl ik wist dat ik haar uiteindelijk toch wel zou vergeven.

2 gedachtes over “Helden

Plaats een reactie